Let op!

Let op!
De uitgewerkte opdrachten van beeldend, drama, muziek en de feedback staan onder de verschillende pagina’s.
Bij de labels zijn alleen afbeeldingen te vinden, dus niet de hele opdracht.

Dit ben ik!

Dit ben ik!
Ik ben Iris Wessels. Ik ben 17 jaar en studeer Pabo in Amersfoort aan de HU. Ik heb mijn Havo diploma aan het Erfgooiers College in Huizen gehaald. Mijn hobby's zijn zingen, tekenen en varen.

Beeldende vorming
Op mijn middelbare school heb ik het vak Kunst gehad. Hier heb ik met verschillende materialen, zoals verf, houtskool, krijt en inkt gewerkt. Ook heb ik kunstgeschiedenis gehad, van de Renaissance tot de verschillende kunststromingen in de 20ste eeuw.

Drama
Op mijn basisschool heb ik
meegedaan aan de eindmusical van groep 8. Hierin speelde ik een kleine rol. Ik vond dit niet erg, omdat ik het eng vond om voor een publiek te staan. Op de middelbare school heb ik het vak drama gehad. In deze lessen herwon ik een beetje mijn zelfvertrouwen, maar durfde nog niet voor de klas een opdracht te presenteren. De laatste jaren heb ik mijn zelfvertrouwen ontwikkeld en daarmee mijn kijk tegen het vak drama. Toen ik op de Pabo te horen kreeg dat we drama kregen als vak, vond ik dit super leuk en had gelijk zin in deze lessen.

Muziek
Met muziek heb ik meer dan met de andere twee vakken.
Ik zing al heel lang en heb nu bijna vijf jaar zangles. Ook heb ik een paar keer per jaar een optreden. Muziek speelt een grote rol in mijn leven, het helpt me ontspannen, mijn zelfvertrouwen op te bouwen en natuurlijk vind ik het leuk om
naar muziek te luisteren.

Muziek

Grafische partituur



Een cirkel geeft een tromslag aan.
De driehoek geeft een klankstaaf aan.
De ster geeft een triangel aan.
 


Luisteropdracht

‘le Carnaval des Animaux’ (de leeuw, de zwaan en de dolfijn)

De leeuw
Klank: De meeste tonen zijn kort. De hoogte van de tonen varieert van hoog tot laag, de sterkte blijft nagenoeg hetzelfde. De klankkleur varieert met de verschillende instrumenten die bespeeld worden.

Vorm: Er zit één stukje herhaling in. De rest is allemaal variatie en sommige stukken geven contrast aan.

Betekenis: De muziek beeldt een leeuw uit.

 

De zwaan
Klank: De meeste tonen zijn lang. De hoogte van de tonen varieert niet sterk. De sterkte varieert ook niet zo veel. De klankkleur varieert een beetje, omdat de cello en de piano de enige instrumenten zijn.

Vorm: In de pianopartij zit herhaling, de cellopartij heeft veel contrast.

Betekenis: De muziek beeldt een zwaan uit.

 
De dolfijn
Klank: Veel tonen zijn kort, vooral de tonen van de piano, de tonen van de verschillende strijkinstrumenten duren langer. De hoogte varieert niet sterk, vooral de pianopartij heeft hoge tonen. De sterkte varieert van zacht naar steeds harder. De klankkleur varieert door de pianopartij en de strijkers.

Vorm: Bij zowel de pianopartij, als de strijkers zit in het begin een herhaling, verder zit er variatie en een stukje contrast in.

Betekenis: De muziek beeldt een dolfijn uit.

 

De twee domeinen die aan bod komen in deze les zijn luisteren en bewegen.

De kinderen gaan analytisch en creatief luisteren.

Eerst benoemen de kinderen de verschillende hoogtes van tonen uit het muziekstuk.

Daarna benoemen de kinderen de instrumenten.
Als laatste vraag ik welk dier het fragment uitbeeldt en of de kinderen dit dier kunnen tekenen.
 

Ik kies voor een klassikale werkvorm, omdat dit in groepen of individueel niet gaat. Als variatie kan ik de klas in drie groepen verdelen. De ene groep kan op de leeuw bewegen, de tweede groep op het fragment van de zwaan en de derde groep op de dolfijn.

 

Ik open de opdracht met het geven van de doelen van de les, eventueel kan ik deze op het bord schrijven. Dan vraag ik of sommigen misschien een instrument kennen of spelen. De genoemde instrumenten schrijf ik op het bord, naast de doelen. Daarna leg ik uit dat we naar muziekfragmenten van ‘Carnaval des Animaux’ (het dierencarnaval) gaan luisteren.

 

De vragen worden na elke fragment besproken, aan het eind mogen de kinderen bewegen op de muziekfragmenten. Na het bewegen, gaan de kinderen in de kring zitten en vraag ik wat ze van deze les vonden en waarom.

 
 

lesvoorbereiding Lied aanleren


 
LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
 
 
NAAM STUDENT
Iris Wessels
STUDENTNUMMER
1662635
 
 
KLAS
1C
STAGESCHOOL
 
 
 
STAGEBEGELEIDER
 

STAGEGROEP
345
 
 
DATUM
 
VAK / ONDERWERP

Muziekles lied aanleren
 
 
VOORBEREIDING
Omcirkelen:       Dit is een  leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/  leerling gestuurde les.
                          Dit is een zelfontworpen les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en inzicht, vaardigheid of attitude gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren (product, specifiek en meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/ wat moeten de ll tijdens de les oefenen of ervaren (procesdoel)?
De doelen / afspraken voor deze les zijn:
De kinderen zingen, niet schreeuwen. (vaardigheidsdoel)
Aan het einde van de les kunnen de kinderen het liedje zelfstandig zingen. (vaardigheidsdoel)
Aan het einde van de les kunnen de kinderen het lied zingen met wisselzang (in twee groepen). (vaardigheidsdoel)
 
 
 
 
 
 
 
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke theorie, didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?
Ik verwacht dat de meeste kinderen al een keer hebben gezongen. Ook kennen de kinderen de tegenstellingen die in het lied voorkomen.
Ik maak gebruik van het KVB model. Klank; De tonen zijn kort. De hoogte van de tonen varieert niet zoveel. De toonsterkte blijft nagenoeg hetzelfde, alleen in het refrein is de toonsterkte iets feller. De klankkleur varieert door alle verschillende stemmen in de groep. Vorm; Er zit herhaling in het lied, ook variatie is stekt aanwezig. Het refrein is contrasteren ten opzichte van het couplet, maar het refrein wordt wel elke keer herhaald. Beeld; Het beeld dat hierbij zou kunnen ontstaan is het strijdgevoel tussen de twee groepen, deze is duidelijk onderstreept door de tegenstellingen die zowel in het refrein, als in het couplet naar voren komen.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en didactische onderwijsbehoeften van de groep?
+Indien van toepassing: Wat zijn specifieke individuele onderwijsbehoeften?
De groep is erg druk, dus moet ik opletten dat ik tussen de uitleg door niet te veel ruimte laat. Ook moet mijn uitleg kort en krachtig zijn. Een derde punt waar ik op moet letten is dat na een tijdje de spanningsboog van de kinderen op is. als dit het geval is, stop ik eerder met de les en gaan de kinderen door met hun volgende les.
 
Als het lied met de tekst op het digibord wordt afgespeeld, moet Dien op een andere plek staan. Hij kan het bord niet zien als hij achter zijn eigen stoel staat.
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid
Ik kan aansluiten op de ervaring die de kinderen hebben met tegenstellingen. Ook is het lied leuk om te doen vanwege het strijdelement tussen de groepen. Kinderen vinden dit leuk om te doen.
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen, welke leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de materialen de lesinhoud ondersteunen.
+ Welke methoden, bronnen gebruik ik. (APA)?
Het lied ‘welles nietes’ op youtube, een digibord en een white- of krijtbord.
Ik zet het lied op youtube aan met de tekst, zodat de kinderen goed kunnen luisteren naar de woorden. Eerst laat ik met zang horen, later moeten de kinderen zelf zingen op de instrumentale versie. Het bord heb ik nodig voor de woorden van het lied.
Als bron heb ik de liedbundel ‘Eigenwijs’ gebruikt.
LESOPBOUW
 
TIJD
15 / 20
Min.
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen duidelijk maken
 
Ik ga vertellen wat de doelen / afspraken zijn voor deze les. Daarna leg ik uit dat we eerst zang oefeningen gaan doen en dan een lied zingen.
K
KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt aan bod, in welke volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen wat ik met deze les wil bereiken?
+ Pendelen tussen leerstof, leerling en leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor voldoende variatie in werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve kenmerken zijn er en hoe speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de kinderen in groepen.
+ Hoe stimuleer ik de motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien en hoe reageer ik daarop
+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen materialen
+ Regels, afspraken
 
Lesstof
Allereerst leg ik de zanghouding uit die de kinderen moeten aannemen als we gaan zingen. Ik laat het zien door zelf goed te gaan staan en te ademen zoals het hoort als je zingt. Daarna vraag ik of de kinderen stil achter hun stoel willen gaan staan. Als ze dat gedaan hebben, moeten ze de goede zanghouding aannemen.
Ik begin met een paar zangoefeningen. Eerst klapper ik mijn lippen op elkaar in verschillende toonhoogtes en -sterktes, de kinderen doen mij na. Als tweede oefening bouw ik een toonladder op. Dit doe ik met mijn eigen stem en de kinderen zingen mij na.
Als ik de zangoefeningen heb afgerond, begin ik met de uitleg van het lied dat we gaan zingen. Eerst vraag ik wie dit lied al kent, dan laat ik het lied horen met de tekst op youtube, via het digibord. We oefenen met z’n allen het refrein. Vervolgens schrijf ik de volgende woorden in twee kolommen op het bord: A, ja, hoog, gister, wit, zacht, wel en vreugde (kolom 1) B, nee, laag, vandaag, zwart, hard, niet, verdriet (kolom 2). Ik loop met de kinderen de woorden door. We zingen het lied nog een keer met z’n allen, maar nu ook het eerste couplet erbij. Ik pak de instrumentale versie van het lied erbij en ga deze met de kinderen zingen. Als het refrein afgelopen is, lopen we nog een keer de woorden op het bord door en zingen de kinderen het lied zelfstandig. Ik geef wel aan wanneer ze het lied moeten inzetten.
Als ze het zelfstandig kunnen zingen verdeel ik de klas in twee groepen. Groep 1 doet in het couplet de woorden uit kolom 1 en groep 2 doet in het couplet de woorden uit kolom 2. Ook leg ik uit dat de kinderen het refrein in twee delen moeten zingen (de ene groep ‘welles’, de andere groep ‘nietes’). Eerst zingen de kinderen het refrein op de instrumentale versie. Ik zing met ze mee. De tweede keer zingen de kinderen zelf. Als derde pakken de kinderen ook het couplet erbij. Ze zingen het eerste couplet en het refrein zelfstandig en in twee groepen.
Ik zeg dat de klas het goed gedaan heeft en dat ze wel een applaus verdient hebben. Na het applaus gaan de kinderen weer op hun stoelen zitten en vraag ik wat de kinderen van deze les vonden.
Werkvormen
Ik kies voor een klassikale werkvorm, omdat de uitleg klassikaal moet worden gedaan en het eerste deel is fijner om gelijk met de hele klas te doen. Ook heb ik gekozen voor werkgroepen, omdat dit lied met wisselzang gezongen kan worden.
Begeleiding
Als de kinderen goed meedoen met zingen en niet schreeuwen, geef ik ze complimenten. Als ze niet meedoen, geef ik ze waarschuwingen. Met de tweede waarschuwing gaat het betreffende kind of betreffende kinderen met hun armen over elkaar, stil op hun stoel zitten.
Groepsmanagement
Ik kan al voorzien dat sommige kinderen gaan schreeuwen. In dat geval ga ik waarschuwingen geven. Bij de tweede waarschuwing moet het kind stil en met zijn armen over elkaar op zijn eigen stoel gaan zitten.
K / S
KLAAR / NIET KLAAR
+ Wat kan een leerling doen als hij klaar / niet klaar is?
 
n.v.t.
 
AFSLUITING
+ Hoe bespreek ik de les na?
+ Hoe controleer ik of leerlingen de doelen hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les met de leerlingen?
 
Aan het einde van de les gaan de kinderen weer op hun eigen stoel zitten. Ik vraag of we de gestelde doelen bereikt hebben en loop ze allemaal even langs. Daarna vraag ik wat ze van deze les vonden en hoe ik het kan verbeteren of wat ik de volgende keer anders moet doen.
K
OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een overgang naar de volgende les?
 
Aan het einde van de les, na het evalueren, zitten de kinderen op hun eigen stoel en kan de uitleg van de volgende les beginnen.
 
 
 
 Hier de links voor de eerste toon van het lied en het hele lied, gezongen op een instrumentale versie.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten